SV | Als hij in de poort van Benjamin was, zo was daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija, de zoon van Selemja, den zoon van Hananja; die greep den profeet Jeremia, zeggende: Gij wilt tot de Chaldeen vallen! |
WLC | וַיְהִי־ה֞וּא בְּשַׁ֣עַר בִּנְיָמִ֗ן וְשָׁם֙ בַּ֣עַל פְּקִדֻ֔ת וּשְׁמֹו֙ יִרְאִיָּ֔יה בֶּן־שֶֽׁלֶמְיָ֖ה בֶּן־חֲנַנְיָ֑ה וַיִּתְפֹּ֞שׂ אֶֽת־יִרְמְיָ֤הוּ הַנָּבִיא֙ לֵאמֹ֔ר אֶל־הַכַּשְׂדִּ֖ים אַתָּ֥ה נֹפֵֽל׃ |
Trans. | wayəhî-hû’ bəša‘ar binəyāmin wəšām ba‘al pəqiḏuṯ ûšəmwō yirə’îyāyh ben-šeleməyâ ben-ḥănanəyâ wayyiṯəpōś ’eṯ-yirəməyâû hannāḇî’ lē’mōr ’el-hakaśədîm ’atâ nōfēl: |
Als hij in de poort van Benjamin was, zo was daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija, de zoon van Selemja, den zoon van Hananja; die greep den profeet Jeremia, zeggende: Gij wilt tot de Chaldeen vallen!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als hij in de poort van Benjamin was, zo was daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija, de zoon van Selemja, den zoon van Hananja; die greep den profeet Jeremia, zeggende: Gij wilt tot de Chaldeen vallen!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!